Zoeken in deze blog

maandag 30 november 2015

Vanille, Boldoot en lavendel

 


Haar huid rook naar lavendelzeep en Boldoot eau de cologne. Op maandag geurde het huis naar kookwas en Sunlightzeep. Op vrijdag mengden zich de geuren van koperpoets met verse boenwas en later op de dag rook je versgebakken schol.
En altijd hing er op de achtergrond die weezoetige vanillelucht.

In het dressoir stonden trommeltjes met droptoffees en speculaasjes voor de kleinkinderen. Mijn oma deelde ze graag en gul uit. Op verjaardagen zette ze glazen met sigaretten op tafel en dan stond het huis blauw van de rook. Ze presenteerde advocaat met slagroom, boerenjongens, jenever voor oom Piet en ranja voor de kleinkinderen.
Mijn oma, rood van inspanning, genoot met volle teugen.
Zij is niet meer, maar de herinneringen zijn levend.
  • 19 november 2015 
  • Geplaatst op 120w  weekwinnaar bij het thema Zeep

Zacht decemberlicht (2)

Als ik na lange tijd uit mijn cocon tevoorschijn kom en de gordijnen opentrek, knipperen mijn ogen tegen het licht. Ik bekijk mezelf in de spiegel en zie kringen onder mijn ogen, haren in slierten langs mijn gezicht. Ik wend me af van mijn spiegelbeeld. 

Ik loop naar buiten en zie drommen mensen met volle cadeautassen. Ik ga op weg naar de stilte van de plas met rietvelden eromheen. Het water lokt …

Opeens is het er: het licht, weerspiegeld in het water. Zacht oranje van kleur. Niet het schelle licht, dat eerder die dag wreed het duister verstoorde, maar een troostvol, teder licht. Het voelt als een arm om me heen. Een wenkend licht? Of toch een nieuw begin?

  Geplaatst op 120w bij het thema Beeld week 49

zondag 29 november 2015

Zacht decemberlicht (1)



Als ik de gordijnen opentrek, knipperen mijn ogen tegen het licht. Wekenlang heb ik in mijn cocon gezeten. Ik loop naar de spiegel en zie kringen onder mijn ogen en haren in vette slierten langs mijn gezicht. Ik wend me af van mijn spiegelbeeld. 'Ik kan hier niet langer blijven,' hoor ik mezelf zeggen. Ik pak mijn koffer en ga op weg. Als ik op straat loop, zie ik drommen mensen, die allemaal doelgericht op weg zijn. Bepakt en bezakt met cadeaus. December: de maand van het licht en de geschenken ... 

Ik loop naar het station, kijk naar de vertrekborden, kies de eerste de beste  trein en ga zitten in een lege coupé. Ik heb het koud en ik heb honger. 'Wat wil je nu? Denk je dat het elders beter is, dat je die pijn daar niet zult voelen?' Ik zie hem weer voor me, ik voel even zijn warmte.
Als ik wakker word, is mijn koffer verdwenen. Een conducteur maant me de trein te verlaten, want dit is het eindpunt. Ik loop de trein uit; zoeken naar mijn koffer heeft geen zin. De woorden van een gedicht van Gerrit Achterberg komen zomaar boven:

"een afgezette passagier
een in beslag genomen koffer
offer-dier"

Ik  verlaat de stationshal: een vrouw zonder koffer in een grijze jas. Mijn besluit staat vast. Zo wil ik niet verder.
Ik loop eerst nog mee met een lange stoet van mensen, maar dan buig ik af naar een stille straat. Ik loop verder zonder om te zien, kilometers lang.


Dan sta ik stil voor een plas met rietvelden eromheen. Het water lokt. Opeens is het er: het licht, dat wordt weerspiegeld in het water. Zacht oranje van kleur, een gouden gloed. Niet het schelle licht van die morgen, dat wreed het duister verstoorde. Maar een troostvol, teder licht. Het voelt als een arm om me heen.
Een wenkend licht? Of toch een nieuw begin?

29 november 2015

Wachten (2)

Ze stift zorgvuldig haar lippen. Lang staat ze voor haar kledingkast om uiteindelijk voor een strakke rode jurk te kiezen. De schoenen met naaldhakken passen er perfect bij. Een peperdure jas maakt het geheel af.
Ze sluit de deur, laat haar sleutels in de brievenbus achter en ze loopt naar buiten. Nog eenmaal kijkt ze om.

Dan staat hij voor haar.
“Ik heb het altijd al geweten, dat ik je zou ontmoeten. Ik heb niet tevergeefs gewacht.”
“Wie ben je?”
“Ik ben die ik ben.”
Haar gezicht kleurt langzaam rood, terwijl zij hem in de ogen kijkt.
“Ik weet, dat ook jíj op mij hebt gewacht. Kom, laten we gaan.”

Ik kijk ze na: mijn ogen vullen zich met tranen.