Op een dag rook hij een bijzondere geur: bedwelmend zoet met een kruidig aroma. Midden op straat stond hij stil. Hij snoof diep en voor het eerst sinds tijden keek hij omhoog. En daar stond zij: oogverblindend mooi maar vooral adembenemend welriekend. In zijn enthousiasme stootte hij met de punt van zijn neus tegen haar buik.
Onmiddellijk kromp de kegelneus tot normale proporties.
‘Mijn prinses,’ stamelde hij, ‘jouw lichaam is een paleis vol geuren. Mag ik daarin wonen?’
Geplaatst op 120w bij weekthema 'Kegel'
https://120w.nl/2016/geurpaleis/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten